iemand erin luizen


iemand erin luizen 1.0

(informeel)

iemand beetnemen; iemand misleiden

Algemene voorbeelden


Alles telt, je pak, je glimlach, je kapsel, je aftershave, maar ik zag er goed uit in die tijd, daarom kochten ze veel. Ook wel weerzinwekkend op den duur, maar niet zoals dit, niet zoals deze stad, zoals dit werk, deze mensen. Je luist ze er natuurlijk in, dat is je beroep, maar ze krijgen er iets voor terug, een glimlach, een knipoog, een goed gesprek, een zonnig gesprek. Ik was het zonnetje onder de huis-aan-huisverkopers daar in San Diego.

De asielzoeker, Arnon Grunberg,

Het heeft drie dagen geduurd voor ik die stomme Fransen ervan heb kunnen overtuigen dat ik erin geluisd werd en dat ik niks met die drugs in mijn tas te maken had.

Scènes op het werk, Paul Desmedt,

Het Britse dagblad The Sun heeft toegegeven dat de opnamen die het blad dinsdag publiceerde, vervalst waren. Het blad zei erin geluisd te zijn door oplichters, die The Sun hadden doen geloven dat de zwart-wit opnamen een paar jaar geleden in het geniep waren gemaakt om tegen Diana te kunnen gebruiken, als de prinses moeilijk zou doen tijdens de onderhandelingen over haar echtscheiding van kroonprins Charles.

De Standaard,